Je winkelmand is momenteel leeg
Tom Dewispelaere: “Mentale gezondheid is voor veel mensen een belangrijk thema”
Deel via

Tom Dewispelaere ken je van topseries als ‘Over Water’, ‘De Parelvissers’ en ‘Van Vlees en Bloed’. Maar vraag hem waar zijn echte passie ligt en dan kom je bij theater uit. Daar maakte hij met ‘Alle Schone Dingen’ een intieme, luchtige voorstelling over een zwaar thema: mentale gezondheid. Samen met voormalig psychiatrisch verpleegkundige en Raak-vrijwilliger Ernst Plaetinckx gingen we bij Tom op bezoek in de prachtige Antwerpse Bourlaschouwburg, waar hij bij het Toneelhuis thuis is.
tekst Hilde Van Malderen • foto’s Elsie Roymans
Tom, hoe bepaal je eigenlijk welk stuk je wil spelen?
Tom: “Daar is geen bepaald concept voor, het is eerder een proces dat altijd bezig is. In de loop van de jaren kom je heel wat materiaal tegen waarvan je denkt: ooit moet ik daar iets mee doen. Dan is het wachten tot het juiste moment. Een tijd terug ben ik ook zwaar onderuitgegaan. Ik was overwerkt. We hebben het hier bij het Toneelhuis de laatste jaren zwaar gehad (in 2022 dreigde het zonder subsidies te vallen, nvdr). Dat stapelde zich op en op een dag zei mijn lijf en mijn verstand dat het genoeg was. Ik ben dan een zestal maanden uitgevallen. In die tijd heb ik met een dokter en een psycholoog gebabbeld. Goede gesprekken gehad, rust genomen. Ik ben daar wel door gekomen, maar in die maanden vermeed ik de Bourla en het Toneelhuis.”
Ernst: “Omdat je een beetje een schaamtegevoel had?”
Tom: “Angst vooral. Geen zin om nog mensen tegen te komen, omdat ik het even niet meer wist.”
Ernst: “Dat is die dualiteit. Ik merk dat vaak bij mensen in burn-out. Ze moeten de dingen loslaten, maar toch ook nog buiten komen.”
Tom: “Dat vond ik moeilijk in het begin.”
Ernst: “Mijn schoondochter is ook een tijdje out geweest met een gelijkaardig probleem. De dokter zei haar dat ze dingen met vriendinnen moest doen en buiten moest komen. Ik ben blij dat dat kan, want vroeger was het: je bent ziek en je blijft thuis. Ik zou het niet gedurfd hebben om buiten te komen. Maar onze maatschappij is toch toleranter geworden en het mentaal welzijn is meer bespreekbaar.”
Tom: “En je kan er niet meer naast kijken. Het is een maatschappelijk probleem. Zelf had ik nooit verwacht dat ik er ook mee te maken zou krijgen. Ik heb gelukkig heel veel gehad aan mijn psycholoog en aan mijn huisarts, die me aanraadde om gezond te eten, veel te sporten en te stoppen met drinken. Sindsdien heb ik geen druppel alcohol meer aangeraakt. En daar ben ik heel blij om. Tijdens die periode dacht ik ook aan wat ik zou moeten doen wanneer ik weer aan de slag zou gaan. Meteen een megaproject met tien acteurs op het podium? Ik herinnerde me dat mijn collega Stijn Van Opstal me jaren geleden de tekst van ‘Alle Schone Dingen’ had gegeven. Die heb ik weer gelezen en ik vond het ideaal, omdat het aansloot bij een gevoel dat ik had. Het ging ook over een man die struggelde.”
Ernst: “En is dat een monoloog?”
Tom: “Ja en neen, omdat hij heel erg speelt met de betrokkenheid van het publiek. Het publiek is eigenlijk een tweede speler. Het is een heel intieme voorstelling. Mensen zitten helemaal rond mij en
moeten echt meewerken om het verhaal verteld te krijgen. Het gaat over een jongetje. Op zijn zevende doet zijn moeder een eerste zelfmoordpoging die mislukt. Als kind begint hij een lijst te maken met alle schone dingen in het leven om zijn moeder terug op de rails te krijgen, om haar hoop te geven. Dat begint met kinderlijke woorden zoals dame blanche of watergevechten. En elke dag legt hij een nieuw woord onder haarhoofdkussen. Die moeder kan daar helemaal niet mee overweg. Ze negeert dat, maar hij blijft doorgaan tot het verwatert. Op zijn zestiende doet ze een tweede zelfmoordpoging en pikt hij die lijst weer op, maar die verandert natuurlijk omdat hij zelf ook ouder is geworden. En zo volgt die lijst hem. Op een bepaald moment trouwt hij, hij geraakt in een scheiding, begint zelf depressieve gevoelens te krijgen. Hij is verschrikkelijk bang dat hij hetzelfde zal worden als zijn moeder. Heel die lijst is de leidraad doorheen de vertelling. Eigenlijk is het best wel een geestige voorstelling. En dat vond ik zo mooi aan dit stuk. Dat de schrijver erin geslaagd is om het superzwaar thema van depressie en zelfmoord op een manier te brengen die heel toegankelijk is en waarbij er veel gelachen wordt. Dat is niet evident.”
Ernst: “Zo’n verhaal is voor mij wel herkenbaar. In mijn professioneel leven heb ik veel meegemaakt. Vaak zie je dat mensen die psychisch ziek zijn een rugzakje meedragen. In het forensisch psychiatrische ziekenhuis waar ik op het einde van mijn carrière werkte, en waar psychiatrisch patiënten zitten die criminele feiten pleegden, zie je in de voorgeschiedenis toch veel zaken zoals misbruik en verwaarlozing door de ouders. Vooraleer je tot zo’n daden komt en psychisch ziek wordt, heb je meestal al een serieuze voorgeschiedenis.”
Tom: “Het is iets bijzonder. Elke keer ik speel, merk ik aan mensen in de zaal hoe erg ze soms ontroerd zijn. Ik heb in heel mijn leven nog nooit zoveel brieven gekregen van mensen na een voorstelling. Het grijpt hen aan en ze vertellen me wat ze hebben meegemaakt. Een vrouw heeft me zelfs haar lijst gestuurd, dat heeft me wel ontroerd. En psychiaters die eens kwamen kijken, lieten me achteraf weten dat ze hun werking wilden veranderen, omdat ze beseften dat ze veel te weinig aandacht hadden voor de positie van het kind, omdat ze zodanig bezig zijn met hun patiënten of slachtoffers. Dat was echt een heel groot compliment.”
Heeft het je kijk op mentale gezondheid veranderd?
Tom: “Toch wel, want het was nooit de insteek om het over mentale gezondheid te hebben. Ik wilde gewoon het verhaal vertellen, omdat ik het zo mooi vond. Pas door het te spelen ben ik beginnen te beseffen hoe wezenlijk de vertelling is en hoe belangrijk het thema voor veel mensen is.”
Hebben we het er volgens jullie nog veel te weinig over, Ernst?
Ernst: “Ik ben in 1981 begonnen op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Toen was mentaal lijden nog een taboe, amper bespreekbaar. Mensen werden toen letterlijk weggestoken in een gesticht. Gelukkig is dat veel veranderd. Organisaties als Te Gek?! doen geweldig werk met getuigenissen van bekende mensen, zoals Selah Sue of Guy Swinnen. Ik vind het knap en moedig dat ze dat doen. Dat werkt drempelverlagend voor mensen die ermee te maken hebben.”
Tom: “We vergeten soms welke druk er op alle gebieden op mensen wordt uitgeoefend.”
Je bent zelf zes maanden out geweest. Heb je ooit schroom gehad om erover te praten?
Tom: “Eigenlijk niet. Ik zou niet weten waarom. Omdat ik het gevoel had dat dat ook niet hoefde. Ik werd hier bij het Toneelhuis ongelooflijk gesteund door mijn collega’s.”
Ernst: “Zij hebben geen druk op je gelegd?”
Tom: “Totaal niet. Er was alleen maar begrip. Dat is ook een pluim voor ons huis hier. Dat ze me die tijd hebben gegeven. En dat mijn collega’s en in het bijzonder mijn kompaan Stijn Van Opstal dat hebben opgevangen. Dat is bewonderenswaardig en ik ben hen daar ongelooflijk dankbaar voor. Ik besef heel goed dat dat niet evident was. Het is ongelooflijk belangrijk om begeleid te worden, maar ook om eens gerust gelaten te worden. Er is een belangrijke taak weggelegd voor alle bedrijven om over het welzijn van hun personeel na te denken. Hier in huis zit ik ook in de artistieke leiding en welzijn is een belangrijk thema voor onze medewerkers. Daar moet je mee aan de slag. En daar is ook niet één oplossing voor, dat is iets dat altijd beweegt.”
Waarom hebben wij het als maatschappij toch nog moeilijk met mentale gezondheid?
Ernst: “Omdat dat vaak nog gedefinieerd wordt als zwak zijn. Minder dan vroeger, maar er wordt toch nog wat pejoratief over gedaan. Mensen vinden burn-out soms een gedoe. Terwijl het juist een goede zaak is dat er preventief wordt ingegrepen en dat er meer begrip is, maar dat is niet overal het geval. En eigenlijk hoef je niet altijd grote dingen te doen. Bij onze Raak-afdeling is er een aantal jaar geleden een meisje lid geworden. Haar ouders zijn gestorven. Ze had mentaal wat problemen gehad. Ze is gewoon al blij dat ze bij ons eens onder de mensen kan komen tijdens een busuitstap of een quiz, omdat het haar eenzaamheid doorbreekt. Dat wij als vereniging mensen kunnen oppikken, maakt mij ook gelukkig. Ik ben met pensioen en ben als vrijwilliger ‘bezoek-buddy’ bij twee psychiatrisch patiënten. Dat is eens gaan wandelen, een koffie gaan drinken, luisteren naar hun verhalen en wat ondersteunen zonder te oordelen. Die mensen kijken ernaar uit, want er is toch veel eenzaamheid in de wereld.”
Tom, was het moeilijk om te stoppen met professionele activiteiten?
Tom: “Het was geen makkelijke beslissing, maar mijn lichaam zei dat het op was. Ik voelde dat ik midden in vergaderingen paniekaanvallen begon te krijgen.”
Ernst: “In mijn ogen is toneel ook topsport. Dat is niet alleen teksten leren, maar ook concentratie, het hele gebeuren.”
Tom: “Het brengt verschrikkelijk veel stress mee en is echt keihard werken. Met de voorstelling [meeuw], die we samen met dove acteurs maakten, hebben wij anderhalf jaar vol zeer intense voorbereidingen achter de rug. Die voorstelling is een behoorlijke tocht geweest, maar ook superinteressant, want we proberen voor de eerste keer de brug te slaan tussen de dovengemeenschap en de horenden. Dat is een nieuwe wereld voor iedereen. Wij spelen in Vlaamse Gebarentaal, wat we nog nooit hebben gedaan. Zo gingen de horende acteurs, waaronder ik, zes uur per week naar deKU Leuven om gebarentaal te leren.”
Ernst: “Ik heb ooit een paar dove patiënten gehad, dat is een totaal andere wereld.”
Je maakt hier theater. Je speelt ook mee in series en films. Wat is voor jou de essentie van wat je wil bereiken met je werk?
Tom: “Mijn drijfveer om iets te maken is toch nadenken over de wereld waarin ik leef. Wat vind ik daarvan? Waarvan wil ik je al dan niet overtuigen? Kijken naar de wereld en daar in toneel verbeelding aan geven. En dat doen we met ons theatergezelschap Olympique Dramatique door te zoeken naar verhalen die ons raken en samen te werken met toneelspelers die ons raken. De toneelspeler is voor ons het centrum van waaruit alles begint. Dat kunnen soms heel grappige verhalen zijn, maar soms ook heel heftige en confronterende. Het Toneelhuis is een eclectische groep van makers, waaronder Olympique Dramatique, die heel verschillend werk maken. Zo krijg je een breed spectrum van hoe vijf verschillende entiteiten naar de wereld kijken.”
Wat is het verschil voor jou tussen theater en tv?
Tom: “Mijn hart ligt toch vooral bij toneel. Ik hou erg veel van het proces. De ontmoeting met mensen tijdens een repetitie. Dat gaat veel dieper, dat is veel intenser. Het is een veel langere tocht die je samen aflegt. Film of tv is vluchtiger. Dat is ook leuk, maar als ik moet kiezen, kies ik altijd voor theater. Ook al heb ik op tv al mooie verhalen kunnen brengen en erg interessante mensen mogen tegenkomen.”
Ernst: “Van Vlees en Bloed vond ik fantastisch. Mijn vader was namelijk een beenhouwer.”
Tom: “Och gij zijt ne slagerszoon. Maar mijn hart klopt toch wat sneller voor theater en dan vooral voor dit huis. Ik nodig iedereen met veel plezier uit om te komen kijken naar al het moois dat er hier gemaakt wordt. Zoals ik al zei werken hier heel erg verschillende kunstenaars. Ik ben ervan overtuigd dat er voor iedereen iets te zien en te beleven valt.”
Ernst: “Als ik voor mezelf spreek, zijn cultuur en muziek dingen die me troosten. Waar ik kan van genieten.”
Tom: “En je naar jezelf doen kijken en je op de een of anderemanier doen nadenken.”
Ernst: “Het overstijgt de vluchtigheid van de dag.”
Tom: “Mooie conclusie.
Deel via