Je winkelmand is momenteel leeg
“Niemand wordt als crimineel geboren”
Deel via

Tachtig procent van de jongeren komt op een of andere manier in contact met drugs. In Een leven als Jok kaart Marcel Bernaer, bestuurslid bij Raak Krokegem, de drugsproblematiek bij jongeren aan. De misdaadroman combineert fictieve elementen met Marcels ervaringen in jongerenbegeleiding.
Vandaag is Marcel Bernaer bestuurslid bij Raak Krokegem, in een vorig leven was hij wiskundeleerkracht en leerlingenbegeleider. Ook schrijft hij al heel zijn leven lang. Die ervaringen combineert hij nu in Een leven als Jok en als spreekbuis voor drugsproblematiek bij jongeren. “Het is een psychologische roman”, vertelt Marcel, “met in zijn kern één hoofdvraag, namelijk hoe wordt iemand misdadiger? Niemand wordt als crimineel geboren, maar veel mensen belanden alsnog in het milieu.”
Macht
In het boek volgen we Jok, kort voor Joachim. “Een jongeman die evolueert van kleine foefelaar naar echte gangster”, legt Marcel uit. “Zijn streven naar macht en zijn drang om iemand te zijn in zijn leefwereld staan centraal in zijn evolutie. Hij komt in een gesloten jeugdinstelling terecht en ontsnapt weer, waarna hij volop in de drugswereld terechtkomt. Een deel van het boek is fictie – zijn relatie met Jaklien bijvoorbeeld – maar veel is gebaseerd op waargebeurde verhalen en getuigenissen.”
Voor die getuigenissen doet Marcel een beroep op zijn verleden als leerkracht en jongerenbegeleider. “Sommigen van de leerlingen die ik begeleidde, beleefden de drugswereld van op de zijlijn, maar er waren ook dealers bij. Daarnaast heb ik ook gesprekken gevoerd met de politie en informatie gehaald uit de actualiteit. In de periode dat ik het boek schreef, vonden er heel wat aanslagen plaats in Antwerpen en Brussel. Die wrede realiteit, met partijen die elkaar bekampen op misdadige manieren, leeft vandaag meer dan ooit.”
Taboe
Drugsproblematiek bij jongeren is een alsmaar groter probleem dat alsmaar minder besproken wordt, vertelt Marcel. “Het is een ondergesneeuwd probleem. Vorig jaar organiseerde ik een infoavond met de drugscel van politiezone Asse. Ze vertelden me dat tachtig procent van onze jongeren in contact komt met drugs. Een aantal daarvan komt steeds dieper in de drugswereld terecht om hun eigen gebruik te bekostigen. Vroeger werd daar meer over gepraat, zeker in scholen, maar vandaag is het bijna taboe. Het is alsof de maatschappij het gewoon aanvaardt als dagelijkse realiteit.”
“Twintig jaar geleden, toen we veel over drugs praatten op scholen”, gaat Marcel verder, “was het eigenlijk een teken aan de wand. Vandaag is het probleem groter dan ooit, maar als een school aangeeft bezig te zijn met drugsbeleid schrikken ze soms mensen af. Een aantal scholen schakelt een externe organisatie in om dat beleid uit te werken, waardoor er intern minder over gepraat wordt. Scholen zonder drugsbeleid willen zichzelf beschermen tegen de misvatting van ouders, die een drugsbeleid kunnen zien als een teken van een slechte omgeving. Terwijl het juist belangrijk is hierover te praten.”
Een verleden als begeleider
Marcel kwam in zijn loopbaan heel wat jongeren tegen die ‘wat verloren liepen’. Ze kwamen op het slechte pad terecht en werden naar hem doorverwezen voor begeleiding. “Ik stond in voor tucht op school. Soms stuurden collega’s balorige jongeren naar mij om in gesprek te gaan. Soms kwamen ze spontaan. Dan lachten ze dat ik ‘instond voor de zware gevallen’, maar ze wisten ook dat ze bij mij terechtkonden met verhalen of zaken die ze liever privé hielden. Ik bouwde zo met veel jongeren een vertrouwensrelatie op.”
Marcel kwam op die manier heel wat schrijnende situaties tegen. “Er waren mensen bij die hun jas verkochten of aan het stelen gingen om hun gebruik te kunnen bekostigen”, vertelt hij. Maar het draaide soms ook positief uit. “Vorig jaar nog ging ik een pintje drinken en plots verscheen er uit het niets een glas voor me op tafel. Een van de jongens die ik begeleid had, had me herkend. Hij kwam een babbeltje doen en
vertelde dat het allemaal was goedgekomen. Maar met de meesten heb ik natuurlijk geen contact meer.”
Sociale bezorgdheid
Al sinds zijn zestiende schrijft Marcel verhalen en sinds hij op pensioen is, heeft hij de tijd om er nog meer mee bezig te zijn. “Als amusement ben ik beginnen te schrijven en op een bepaald moment besefte ik dat ik van dit verhaal een roman kon maken. De aanleiding was natuurlijk ook een sociale bezorgdheid. Ik heb zelf ook kleinkinderen. In sommige families worden kinderen goed opgevoed, maar belanden ze toch in het foute milieu. Hebben we als maatschappij niet de verantwoordelijkheid om daar bezorgder over te zijn?” ‘Een leven als jok’ is beschikbaar
Deel via